Naar boven ↑
4.302 resultaten

Rechtspraak

OR 2025-0065

Tegenstrijdig belang prioriteitsaandeelhouder tevens bestuurder

Een prioriteitsaandeelhouder die tevens bestuurder is van een stamrecht bv wordt in een bodemprocedure door de rechtbank in privé veroordeeld tot betaling van een geldbedrag aan de stamrecht bv. In zijn hoedanigheid als prioriteitsaandeelhouder onderwerpt hij diverse besluiten die verband houden met de tenuitvoerlegging van het vonnis aan goedkeuring van de prioriteit. Daarnaast neemt hij in zijn hoedanigheid als bestuurder het besluit om een ander advocatenkantoor in te schakelen en hoger beroep in te stellen tegen het vonnis. In kort geding vordert de andere, gewone, aandeelhouder tevens bestuurder dat de besluiten worden vernietigd en/of geschorst. In eerste aanleg worden de vorderingen door de voorzieningenrechter afgewezen. In hoger beroep worden de vorderingen grotendeels toegewezen. Het hof komt tot het voorlopige oordeel dat de besluiten in strijd zijn met de redelijkheid en billijkheid (art. 2:8 BW) en de tegenstrijdigbelangregeling (art. 2:239 lid 6 BW). In de vorderingen tegen de bestuurder-prioriteitsaandeelhouder zelf wordt de eisende partij niet-ontvankelijk verklaard: een vordering tot vernietiging van een besluit van een orgaan van een rechtspersoon kan op grond van artikel 2:15 lid 1 en lid 3 BW worden ingesteld tegen de rechtspersoon door iemand die een redelijk belang heeft bij naleving van de verplichting die niet is nagekomen of door de rechtspersoon zelf (en dus niet: tegen resp. door een orgaan van de rechtspersoon).
Gerechtshof Den Haag (Locatie Den Haag), 16-04-2024