Minister van Financiën / onteigende aandeelhouders SNS

Uitspraak inzake schadeloosstelling onteigende effecten en vermogensbestanddelen SNS REAAL N.V. en SNS Bank N.V.

A / B, C en D

Verdeling van een vof

Curator Yall B.V. / Trinicom Group B.V. 

Een verrichte compensatiebetaling vóór datum faillissement kan niet worden gekwalificeerd als een onverplichte rechtshandeling ex artikel 42 FW. Artikel 2:207c BW wordt uitgelegd aan de hand van overgangsrecht van Wet Flex-BV. Er is geen sprake van een rechtshandeling strekkende tot verboden financiële steun bij het nemen of verkrijgen van aandelen

VEB c.s. / AFKLM c.s.

Vordering tot vernietiging van besluiten op de voet van artikel 2:15 lid 1, aanhef en onder a en b, BW. Wat houdt het Wijsmullercriterium in? In hoeverre ziet artikel 2:8 BW, redelijkheid en billijkheid, op de aard van het overleg? Plicht tot zorgvuldige belangenafweging meerderheids- en minderheidsaandeelhouders. Omstandigheden van het geval. Beoordeling zorgvuldigheid totstandkoming besluit; maatstaf; terughoudendheid rechter

Culi-d’Or B.V. / A

Er is sprake van kennelijk onbehoorlijk bestuur als belangrijke oorzaak van het faillissement nu de bestuurder het belang van de vennootschap heeft achtergesteld bij het belang van het concern, waardoor schuldeisers van de vennootschap onbetaald zijn gebleven

Meva Formwork Caribbean B.V. / A

Op de rechtsverhouding tussen een besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid naar het recht van Curaçao en haar bestuurder is het recht van Curaçao van toepassing

De Bakkerij

Conclusie van A-G Timmerman. Kan men het bestaan van een vof alleen bewijzen door het overleggen van een akte?

Horecaflex/Atuserve Bemiddeling

In deze zaak komen onder meer de leerstukken (schijn van) vertegenwoordigingsbevoegdheid, misbruik van identiteitverschil en vereenzelviging aan de orde. Het hof is van oordeel dat geen sprake is van schijn van vertegenwoordigingsbevoegdheid, misbruik van identiteitsverschil en vereenzelviging

Speeltoestellen B.V / Anjamisa B.V.

Centraal staat de vraag of de oorspronkelijke schuldenaar bevrijd is na het overdragen van een verplichting tot het overnemen van aandelen. Het debiteurenrisico, namelijk dat de overnemende partij niet voldoet aan de verplichting tot overname, mag niet als begrepen dan wel aanvaard worden verondersteld bij de contractuele wederpartij. Geen onvoorziene omstandigheden

Green05 c.s./X

Vordering vanwege bestuurdersaansprakelijkheid wordt afgewezen; onvoldoende onderbouwing van de stellingen omtrent de financiële toestand van de vennootschap gedurende de bestuursperiode van de oud-bestuurder