A en B / Z
Bestuurdersaansprakelijkheid. De bestuurder heeft in zijn hoedanigheid als bestuurder gehandeld, waardoor geen andere maatstaf op hem van toepassing is. De vordering is derhalve niet toewijsbaar op grond van de stelling dat een zelfstandige zorgvuldigheidsnorm geschonden is. Vergelijking met de uitspraak van de HR van 23 november 2012 gaat dus niet op. Ook van een persoonlijk ernstig verwijt van de bestuurder is geen sprake. Daarnaast gaat het bij een vordering op grond van artikel 2:9 BW om de verhouding bestuurder-vennootschap en niet, zoals in casu, om de verhouding aandeelhouder-vennootschap. Vorderingen afgewezen
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 28-05-2013