Oud-CFO/De Volksbank
De rechtbank oordeelt in de bodemprocedure, evenals de voorzieningenrechter in kort geding maar anders dan het hof in het spoedappel, dat de overeenkomst van een ontslagen statutair bestuurder met een bank niet kwalificeert als arbeidsovereenkomst. Opdrachtnemer is tegen een aanzienlijke beloning tot het hoogste leidinggevende orgaan van de bank toegetreden. Onder deze omstandigheden is er reden om de overeenkomst in hoge mate ‘at face value’ te beoordelen en geen aanleiding om door de tekst heen te kijken. Het recht op een financiële afwikkeling van de rechtsverhouding met de bank zoals opdrachtnemer zich deze voorstelt, hangt daardoor niet samen met de rechtsgeldigheid van het vennootschappelijke ontslagbesluit. Opdrachtnemer heeft derhalve geen belang bij zijn beroep op de vernietigbaarheid van het vennootschapsrechtelijke ontslagbesluit.
Rechtbank Midden-Nederland (Locatie Utrecht), 05-08-2021