Ontslag statutair directeur door RvC
Een ontslagen statutair directeur vordert nietigverklaring dan wel vernietiging van het ontslagbesluit van de raad van commissarissen en dat zijn overeenkomst van opdracht met de vennootschap moet worden aangemerkt als arbeidsovereenkomst. De rechtbank wijst de vorderingen af. Anders dan de bestuurder betoogt, hadden de commissarissen geen tegenstrijdig belang, zijn de raadgevende stem van de bestuurder en het adviesrecht van de ondernemingsraad niet geschonden, is het ontslagbesluit niet in strijd met het belang van de onderneming en niet in strijd met de redelijkheid en billijkheid, aldus de rechtbank. De statutair directeur had verder geen arbeidsovereenkomst met de onderneming. Hoewel er diverse factoren zijn die wijzen in de richting van een arbeidsovereenkomst, is naar het oordeel van de rechtbank alles afwegend sprake van een overeenkomst van opdracht. De positie en zeggenschap van de statutair directeur tegenover de onderneming wegen daarbij het zwaarst. Die staan haaks op de verhouding tussen werkgever en werknemer en zijn zo atypisch voor een arbeidsovereenkomst dat de rechtbank daar groot gewicht aan toekent.
Rechtbank Midden-Nederland (Locatie Utrecht), 26-02-2025