Aansprakelijkheid voormalig bestuurder wegens onbehoorlijk bestuur na faillissement
Een curator van een failliet schoonmaakbedrijf vordert in een verzetprocedure bij de rechtbank dat een voormalig bestuurder wordt veroordeeld tot betaling van de schade van het schoonmaakbedrijf vanwege onbehoorlijk bestuur. De curator stelt dat sprake is van onbehoorlijk bestuur ex artikel 2:9 BW, omdat de bestuurder zonder rechtsgrond grote bedragen heeft overgemaakt naar gelieerde vennootschappen en voor privédoeleinden heeft onttrokken aan het vermogen van de gefailleerde vennootschap. De voormalig bestuurder verweert zich onder meer door te stellen dat er een zakelijke grondslag voor de betalingen zou zijn geweest, maar kan dat onvoldoende onderbouwen. Zo acht de rechtbank het aannemelijk dat facturen zijn geantedateerd. De rechtbank oordeelt dat sprake is van ernstig verwijtbaar handelen en wijst de vordering grotendeels toe.
Rechtbank Noord-Holland, 18-12-2024